CEL 7
Daar zat ze dan. In de regen. Onder een knipperende TL lamp op een verlaten perron. Ze heeft al enkele weken contact met een jongen via het internet. Bruin kort haar met een baardje en een Spaans bruine huid. Ze dacht enkel maar aan hem. Mitch heette hij, woont in Vleihaag en is 20 jaar. Het leeftijd verschil speelde haar geen rol. Ze had zoveel vlinders in haar buik dat ze afgelopen nachten amper kon slapen. Het idee dat ze hem die avond eindelijk echt zou ontmoeten hield haar wakker. Intussen was het middernacht geweest. Het was ijskoud, haar tranen bevroren op de grond. De jongen van haar dromen was niet op komen dagen. Haar gsm was uitgevallen, de laatste bus was vertrokken. Ze was radeloos. Wat doet een meisje van 14 op dat uur nog op een perron. Van elk geluid dat ze hoorde werd ze banger. Het knipperen van de lamp, het zoemen in de luidspreker, Schimmen van katten. Ze begon te gillen toen ze een gedaante in de trap hal van het perron zag passeren. Uit angst sprintte ze een wachthokje binnen. Haar hele lichaam trilde. Haar keel was droog en het angst zweet brak haar uit. Wie is de persoon achter de schim!
In alle hoop probeerde ze haar gsm nog een laatste keer aan de praat te krijgen. Een plotse hand kwam op haar schouder liggen. Ze versteende helemaal. Ze keek snel op en zag enkel een zwarte schim. Niet weten waar heen begon ze te rennen. De stilstaande roltrap af. De gesloten loketten voorbij. Verlekkerd passeerde ze voorbij de gesloten broodjes zaken en de lege snoep automaten. Ze liep richting de nooduitgang. Duwde de deuren met al haar macht open, rende de straat over en ging schuilen achter de auto’s aan de overkant van de straat. Ze was buiten adem, haar hart klopt in haar keel en ze was klets nat. Ze zakte door haar knieën en leunde met haar rug tegen de auto waar ze achter schuilde. Ze schrok zich helemaal dood toen het alarm van de wagen afging. Bijna onmiddellijk werd er kwaad naar haar geroepen. Het is twee uur in de nacht. Maak niet zo een rotlawaai of ik bel de politie. Sorry meneer! Nog voor ze iets kon zeggen hoorde ze het raam dicht klappen. Lien? Lien ben jij dat? Werd er van de andere kant naar haar geroepen…
Dit kon alleen haar zus zijn. Zonder iets te zeggen vloog ze haar zus in de armen en vielen beide op de grond. Horen jullie niet goed ofzo? Rot op met die herrie, ik wil slapen. Ze werd aan haar arm gegrepen en naar binnen getrokken. De deur viel in het slot. Woon jij … begon ze haar vraag. Direct werd ze onderbroken. Wat doe jij om twee u in de nacht nog aan het station? Weet jij hoe gevaarlijk het hier is? Je bent veertien jaar! Je hoort in u bed te liggen! Doe eens normaal! Riep haar zus haar rap toe. Nee wacht laat maar, vertel het morgen maar. Zei ze terwijl ze de deur van de kamer dicht klapte. Ze riep haar zus nog achter. Heb je toevallig een gsm lader? Zus? Hallo zus?! Er kwam geen antwoord. Toen ze, na wat tasten in het donker, de deur klink eindelijk had gevonden trof ze een vaste deur aan. Ze vormde haar handen tot vuisten en sloeg tegen de deur aan. Een waslijst aan vragen flitste door haar hoofd. in alle hevigheid probeerde ze de aandacht van haar zus nog te krijgen…
Al rap hield ze op met roepen, ze tastte naar de bank in de kamer en probeerde te slapen. Een warme slaapplek was het niet! Het rook er naar hond. De koude van buiten zat in het huis en een boom tikte met takken tegen het raam. Zonder een besef van tijd viel ze eindelijk in slaap. Ze werd wakker door voetstappen, een rokershoest, een blikje dat open gedaan werd en een gsm die af ging. Ze hoorde een zware stem zeggen ik ben naar mijn werk, tot vanmiddag, poepie. De deur werd dicht geslagen. De rokershoest verdween in de buiten lucht. Ze was klaarwakker. Het was buiten nog donker! Hoe laat zou het zijn? Hoelang zou ze geslapen hebben? Zou er ergens een deken liggen? Van waar komt die vieze geur? Ze werd wakker geschud. Ze schrok van haar zus die plots naast haar stond. Ze moest rap weer in slaap zijn gevallen want ze heeft haar niet zien of horen binnen komen. Daarnaast was het klaar buiten en kon ze de kamer waar ze sliep goed bekijken. Het behang hing los van de vocht plekken die erachter zaten. Er stond een honden mand in de kamer die duidelijk al lang niet meer verschoont is…
Aan het plafond hing een lampje direct aan de elektriciteit draden. De koude die in de kamer hing was te danken aan het gat in het venster. Op het bleek gezicht van haar zus zaten blauwe plekken. De manier waarop ze sprak verraad dat ze doodsbang was. Door haar tweedehands slaap kleed kon je zien dat er op andere plaatsen ook plekken had. Je moet mij helpen. Ik woon hier samen met mijn vriend. De laatste tijd doet hij heel erge dingen. Ik herken hem niet meer! Hij slaat mij als ik iets doe dat hem niet aanstaat. Stuurt omdat hij het leuk vind zijn hond op mij af. Hij drinkt enkel alcohol en energie drankjes en ik vermoed dat hij drugs doet. Dat ze met wildvreemde mannen het bed moet delen omdat er anders geen geld genoeg was vertelde ze nog niet. Lauren echt met wat voor iemand ben jij samen. Nog steeds met Aron. De mond van Lien viel open. Is dat Aron die hier net buiten is gegaan? De altijd lieve en opgewekte Aron die nooit een vlieg kwaad gedaan heeft. Ja Lien die Aron. Wow wat is er met hem gebeurt…
… Lauren begon te huilen en uit onmacht tegen alles te kloppen wat ze tegen kwam. Lien snelde richting Lauren, nam haar beet rond haar middel, zorgde ervoor dat ze ging zitten en probeerde haar met succes wat rust bij te brengen. Ik wil hier weg riep ze. Waarom heb je dat niet al lang gedaan? Ik weet niet waar ik heen moet. Ik wil niet terug bij mama wonen. Maar waarom niet? Mama gaat dat niet oké vinden. Ze gaat mij amper nog herkennen! Ik sta vol met blauwe plekken en heb geen zin in ruzie! Lien greep naar haar gsm maar was vergeten dat deze geen batterij meer had. Zou ik een lader kunnen gebruiken. Ik heb al sinds gisteren geen batterij meer. Lauren trok de voorkant van de bovenste schuif eraf. stak haar hand in de lade die nog in de kast blijven steken was. Een lader was niet te vinden. Laure liep de kamer uit. Je hoorde ze de trap op lopen. Lien haar aandacht viel op een dichte envelop, waar de naam Suzan opstond, die uit de lade was gevallen. Ik heb een gsm lader gevonden hoorde ze haar zus roepen van boven op de trap….
…Ze stopte de envelop in haar achterzak, nam de lader aan en bevestigde haar gsm! Laure stopte alles terug in de lade. Ik wil naar buiten! Maakt niet uit waar naartoe. Zolang we maar niet hier moeten blijven. Ze pakte haar jas die stuk gebeten was door de hond en gingen samen naar buiten. Haar ogen waren op de straat gericht en haar hand kneep het bloed uit de hand van Lien. Telkens er een voorbijganger haar het pat kruiste keek ze bang naar haar zus. Lien alsjeblief kunnen we een klein stukje lopen? Zonder verder vragen te stellen begonnen ze te rennen. Wat verderop, nadat ze een straat waren in gerend, vertraagde Lauren haar gang en begon te huilen. Ik vind het hier vreselijk! Door Aron kent bijna de hele buurt mij als hoer! Waarom denk je dat ik je zag lopen op straat om 2u ’s nachts. Lien vloog haar in de armen. Fluisterde in haar oor terwijl ze trilde van angst. We moeten zo rap mogelijk de stad uit. Ik weet waar we heen kunnen! Er werd van verderop naar Lauren geroepen “oh doe je nu ook al jonge meisjes..
… Het trillen en huilen van de zusjes werd met twee keer erger. Lauren Duwde Lien van zich af. Liep op de man af en wilde hem raken met de vuist. Hij blokkeerde haar aanval door de polsen te grijpen en maaide Lauren tegen de grond. Ze kreeg nog een trap in de zij en een lading beledigingen voor dat de man weg ging. Lien rijkt Lauren de hand toe. We moeten echt verder weg rennen! Met een geschrokken stem vroeg Lien krijg je zulke kritiek dagelijks? Lauren knikte angstig en de twee renden zo rap ze konden richting de bushalte. Tot hun opluchting was de bus die ze genomen hadden bijna leeg. Op een zwangere vrouw, 3 jongens en een bejaard koppel na. De zussen gingen op de achterste bank van de bus zitten. Lauren hield de straat in de gaten tot ze de stad uit waren. Lien keek starend voor zich uit, haar hoofd leunend op haar gekruiste onderarmen. er rolde een traan over haar wang. Ze zat te denken aan hoe ze door een schijnbaar lieve jongen het hoofd had laten zot maken. Alles wat hij schreef leek oprecht. De bus was reeds de stad uit gereden…
Lauren voelde zich al een stuk veiliger! Ze duwde met haar schouder tegen de schouder van Lien aan. Zeg wat deed jij nu eigenlijk aan het station om 2uur in de nacht. Lien keek op terwijl er een volgende traan rolde en zag een kleine lach op het gezicht van Lauren. Het was duidelijk dat ze zich buiten de stad meer op haar gemak voelde. De kans dat iemand haar daar kent was minimaal. Ik heb al een aantal weken contact met een jongen. Oh een jongen! Is mijn zusje verliefd! De lach op het gezicht van Lauren is in een brede lach verandert. Lien begon te blozen en knikte! Mitch noemt hij maar heb hem nog nooit gezien. Had je afgesproken op het station maar hij is niet op komen dagen?!, vulde Lauren aan op wat ze begon te vertellen. Ze legde haar hoofd terug op haar gekruiste armen en knikte. Ze voelde de hand van haar zus op haar rug wrijven wat gerust stelde. Lauren keek even naar buiten en begon zich af te vragen waar ze heen gingen. We gaan naar een vriendin van mij. Het viel Lien plots in dat ze het nog niet eens gevraagd had of ze welkom waren…
Ze doorzocht haar tas, keek haar zus met grote ogen aan. Het is waar ook! Mijn gsm ligt nog bij Aron op te laden. Ik ben die vergeten! Na een bus rit van 40 minuten en een 2 tal kilometers door de regen te stappen kwamen ze aan bij het kot van karen. Het moest weer lukken dat ze niet op haar kot was. De 2 zakten naast elkaar tegen de muur door hun knieën. Daar zaten ze dan, twee zusjes op de stoep ieder met hun problemen. Zonder een gsm en geen besef van tijd. Ze staarden gewoon voor hun uit. Er werd een lange tijd niets tegen elkaar gezegd. Enkel heel diep gezucht. Lien strekt haar armen naar beneden uit en sprong recht! We zitten al veel te lang triestig te doen en ik heb best wel honger. Ik ook Lien! Maar ik heb geen geld. Aron neemt dat altijd af. Ik heb niets. Ze taste in haar tas en haalde haar portefeuille boven. Lauren stribbelde tegen Steek dat terug weg, ik wil geen schulden maken bij mijn eigen zusje! Hoe bedoel je schulden? Ik koop je geen auto of tv hoor grapte ze. Beide Schoten in de lach…
Lauren greep de hand en grabbelde overeind. In de winkel op de hoek van de straat kocht Lien een zakje chips en cola. Lauren kocht enkel een klein flesje water. Dit was tegen de zin van Lien. Ze legde 2 repen sinaasappel chocolade op de band. Toen ze buiten waren drukte ze de chocolade in de handen van Lauren. Die zijn ook nog voor u. Je moet iets eten. Ik weet nog dat je deze super lekker vind. Aan de andere kan van het raam waar ze voor stonden werden ze in de gaten gehouden. Een man pakte zijn gsm en drukte een nummer in. Bij iedere twee cijfers kijk hij naar de zussen. Hey… Ja ik ben het hé… ik sta momenteel in de… hij twijfelde even en keek de winkel in. Ik sta in de Froozy en buiten staan… shit schreeuwde hij in de gsm toen hij uit het raam keek. Hij legde dicht en zijn gsm schuift terug in de zak van zijn broek. De man aan de andere kant van de lijn trok zijn ogen niet begrijpend open, keek naar zijn gsm en trok ongeïnteresseerd zijn schouders op. Raar ventje dacht hij en ging weer aan het werk..
WORD VERVOLG